Na de herfstvakantie zijn we met 11 jongens de uitdaging aangegaan om een F6 team te starten. De jongens, allemaal 6 jaar, nog net geen 6 jaar, of net 7 jaar en vers uit de mini F, begonnen vol goede moed. Al snel bleken de teams in de competitie van de 10e klasse toch echt wel een flinke jas te groot, maar de jongens zongen iedere rust een hard gejuich. Tijdens de penaltysessie werd zelfs door een aantal de polonaise gelopen. Het maakte niet uit, ze kwamen aan spelen toe, al werd er met 8-1 verloren.
Na een aantal dikke nederlagen (18-0 tegen Barendrecht, 17-0 tegen Spaartan’20 ) waarbij de jongens niet eens de kans kregen om tegen de bal aan te schoppen, omdat de tegenstander veel te sterk was, begon een aantal van onze spelertjes de interesse in de wedstrijden te verliezen. Hoe ga je hier mee om? Als ouder, als trainer en als leider. Verliezen hoort nou eenmaal bij een teamsport. Daar moeten ze mee leren omgaan, maar het is ook niet de bedoeling dat er 7 huilende spelertjes op het veld staan en 4 langs de lijn.
Gelukkig had het overgrote deel van de jongens er nog steeds plezier in. Er werden nog steeds bloemetjes geplukt (Weet wel hoe moeilijk dat is op kunstgras) en tijdens de tweede helft werden recepten uitgewisseld (ja, van voetbal krijg je honger). Maar toch wil je, hoe moeilijk dat ook lijkt, de enkeling die zijn interesse aan het verliezen is motiveren en zorgen dat het plezier in voetbal behouden wordt.
Vandaag 10 december 2016 stond Spartaan ’20 F13 op het programma. Wat doen we…. Niet spelen is geen optie! Vol goede zin vertrekken we om 12.30 uur vanaf de parkeerplaats van de tennisvereniging richting Rotterdam. Ik, als leider van het team en moeder van een spelertje, zit met vlinders in mijn buik in de auto. Wat gaat er gebeuren? Heeft Spartaan rekening gehouden met de vorige grote nederlaag van hun F12? Passen ze de regels een klein beetje aan?
Aangekomen op sportpark de Vaan rennen de knullen al gillend en lachend de auto uit……”Wij weten de weg nog hoor, hier hebben we vorige keer met 17-0 verloren” roept een spelertje lachend uit. Och, gelukkig zijn ze er op deze leeftijd (de meeste 6 jaar) nog niet echt mee bezig. Dat brengt een beetje rust. Wel missen we er een aantal die van hoge waarde zijn voor het team. Maar we moeten roeien met de riemen die we hebben en strijdend ten onder gaan. Het verschil zit hem al in de manier van warmlopen. Bij Spartaan ’20 gaat het allemaal heel gedisciplineerd en wij, met onze kleine mannetjes, tonen een wirwar aan voetjes die tegen een bal aan schoppen en tijdens het warmlopen en tik spelletje spelen. Ach, wat maakt het uit, ze hebben er zin in en dat zag er aan het begin van de week heel anders uit.
Voor de wedstrijd was er met de jongens afgesproken dat ze één punt krijgen voor iedere keer dat ze over de middenlijn, op de helft van de tegenstander komen. Een hard instemmend gejuich klonk er in de kleedkamer, dus op naar het veld!
Het startsignaal klinkt. Binnen een minuut stonden we al 1-0 achter, maar de jongens hadden er geen moeite mee, want voor hun was het al snel 1-1, ze hadden immers de helft van de tegenstander al lang en breed bereikt. Als we niet kunnen scoren, dan maar motiveren met een punt voor het behalen van de helft van de tegenstander.
De 1e helft eindigt en we staan een mooie 5-0 achter. (Voor de jongens stond het 5-7, want ze hadden al 7 keer de helft van de tegenstander bereikt). Uit kleedkamer 11 klinkt een luid gejuich. Een 8-tal fc Binnenmaas stemmetjes zingen luidkeels: “5-7, 5-7, 5-7, 5-7”. Wetende dat ze niet gescoord hebben, hebben ze wel hun doel bereikt, wat resulteert in een hele mooie tweede helft. Onze jongens toonde meer tegenstand aan de goed (afgerichte) uhm…. getrainde Spartaanaren. Of zou het Spartaanezen zijn? 😉
Op papier hebben we verloren met 15-0. Maar wat zegt een stel cijfers als de spelertjes van F6 de mooiste wedstrijd tot nu toe hebben gespeelt. Gemotiveerd door het geven van fictieve punten hebben ze gestreden als een stel leeuwen. Zo overtuigd van de (niet meetellende) punten die zij hebben behaald, dat zelfs de tegenstander in de war raakt. Wat wil je dan nog meer? Als moeder en leider kan ik zeggen dat je op zo’n moment niets meer wenst.
Jongens, ga zo door. Speel je eigen spel, pluk bloemen op het kunstgras en wissel recepten uit in de tweede helft. Op de manier zoals het vandaag is gegaan verlies ik graag iedere wedstrijd. Jullie zijn KANJERS.